Nestor Daam Scharloo: ‘Échte gastheren en gastvrouwen zijn zeldzaam. Zelfs bij gerenommeerde restaurants’

Een goede gastheer of gastvrouw acteert niet, maar is zichzelf en wil een gast aandacht geven en verwennen. Nestor Daam Scharloo (86) ziet met lede ogen aan hoe het ambacht verloedert. ‘Dit vak komt niet alleen uit een boekje. Het moet ook uit je hart komen.’

Vriend Raimond Zuure heeft gekookt in Scharloos seniorenflat. ‘Raimond is goud. Hij stond erop dat-ie vandaag een tongetje voor ons zou bakken.’

Huize Scharloo. Het klinkt als een restaurant, maar is een seniorenwoning op de vijfde etage van een flat in Gouda. Het is daar waar de bekende gastheer zijn laatste dagen slijt. Laatste weken misschien wel. Of met geluk een paar maanden. Hij is ziek, al zou je dat op het eerste gezicht niet zeggen. Keurig gekapt en gepakt – de grijze manen achterover, het jasje gebloemd – tref ik hem op de drempel. In zijn ogen zie ik nog altijd die Daamse ondeugd en ook de ontwapenende glimlach is hem nog niet ontnomen. Gelukkig. Een warme hand en entree.

Hoewel we elkaar niet heel goed kennen, doet het me goed hem zo monter te zien schuifelen, ook omdat ik weet van de acute hartzorgen. Natuurlijk wil hij daar vanavond niet over praten. Veel liever mijmert hij over zijn gloriejaren in de horeca, over het vakmanschap en over de vele gasten die vrienden werden.

Raimond Zuure is er een van. ‘Raimond is goud, net als zijn vrouw, trouwens. Hij stond erop dat-ie vandaag een tongetje voor ons zou bakken. Heel lief natuurlijk, maar hij heeft aan mij een ondankbare eter. Het smaakt me niet meer. Voor jullie zal ik gezellig meedoen, haha. Mag ik u een glas Viognier aanbieden? Die lust ik namelijk nog wel. Hydrateren is goed, toch?’

Mensen vermaken

De knipoog die de grap vergezeld, is alom bekend. Het tekent de charmeur in de gastheer, die altijd een hartelijk woord voor zijn gasten had. Een flirt met de dames? Het werd gedoogd door hun heren. Dus terwijl zijn goede vriend zich over de zeetongetjes ontfermt, laat de oude meester zijn tong ratelen, niet gespeend van enig visserslatijn.

‘Weet je wat het is, ik heb mij altijd het meest vermaakt met mensen vermaken. Dat werkt dus twee kanten op. Voor mij was het een natuurlijke aanleg, net als mijn liefde voor mensen. Zelfs nu mijn gezondheid zo snel achteruit gaat, heb ik graag mensen over de vloer. Het houdt me letterlijk in leven. Hotelschool? Nee, hoor. Mijn ouders stuurden me naar de Pollux voor een opleiding tot lichtmatroos en dat heb ik zowaar volgehouden. Ik heb tien jaar gevaren, tot in alle uithoeken van de wereld. Veel gezien, veel gedaan en veel geleerd, tot vrijen op Soerabaja aan toe – ik kan het je aanbevelen, haha.’

‘Ik zou tegen al die hotelscholieren willen zeggen: Laat de keuken nou maar koken, jij doet de slingers.’

Daam Scharloo

‘Die reizen hebben me veranderd. Min of meer volwassener gemaakt. Dus toen ik weer vaste grond onder mijn voeten had en een kroegeigenaar vroeg of ik een tijdje op zijn zaak wilde passen, dacht ik: geld verdienen, huisje kopen, enzovoort. Nou ja, met geld ben ik nooit zo handig geweest, maar die kroeg leerde me wel dat horeca best leuk was. Dat had ik voor de zeevaart nooit gedacht, terwijl mijn ouders een cafetaria hadden. Het was mijn zwager die me verleidde om een eigen zaak te beginnen. Hij had wat stuivers en wist een pandje, en samen regelden we de keuken en wat meubels bij elkaar. Dat werd ’t Baarsje in Waddinxveen, vele jaren mijn tweede huis. Wat een geweldige jaren!’

Boodschap aan zijn opvolgers

Tranen wellen op, maar de éminence grise laat zich niet verdrinken. Sterker, hij richt zich op en neemt mij mee naar de gang. Ik moet de recensies lezen aan de muur, de oorkondes zien en de foto’s bewonderen van vele sabrages, feesten en BN’ers aan zijn tafels. Het is voltooid verleden tijd. Niet al zijn herinneringen halen deze pagina. Veel belangrijker is zijn boodschap aan de opvolgers.

‘Het is slecht gesteld met de gastvrijheid in de horeca. Vreselijk vind ik het. Zelfs bij gerenommeerde zaken krijgen ze niet anders dan ‘handjes’. Ik bedoel: mensen die een bord kunnen inzetten en uithalen, mensen die een menu uit hun hoofd kunnen leren. Maar échte gastheren en gastvrouwen zijn zeldzaam. Ach, ze leren wel een vak op school, maar dat vak komt niet alleen uit een boekje. Het moet ook uit je hart komen. Niet acteren aan de tafels, maar gewoon jezelf zijn en die gast aandacht geven en verwennen.

‘De dokter heeft beloofd me op de been te houden tot dit prachtige feest.’

Ik zou tegen al die hotelscholieren willen zeggen: Laat de keuken nou maar koken, jij doet de slingers. Natuurlijk komt die gast voor een visje of een vleesje, maar zonder aandacht heeft hij een slechte avond, hoor. Het werd mijn motto vanaf dag één in ‘t Baarsje. Ik werd er ook handig in, door bijvoorbeeld iedere avond aantekeningen te maken. Zoiets als: tafel 3, snor, bril, twee kinderen. En als die man een week later terug kwam, kon ik zeggen: ‘Meneer De Groot, wat leuk! Hoe is het met de kinderen?’ Je kan niet beter scoren. Zo’n gast voelt zich gezien, dus logisch dat-ie terugkomt.’

Meer aandacht voor elkaar

Vriend (en gast-chef) Raimond legt de babbelaar het zwijgen op en schuift een tongetje voor. Scharloo fileert als een ware meester. Hij hapt en geniet, vooral van deze vriendendienst. En daar blijft het niet bij, want er wacht hem maandag een verrassingsfeest op Kasteel van Rhoon. Een middag lang liefde ontvangen in plaats van geven. Hij kan amper wachten.

‘De dokter heeft beloofd me op de been te houden tot dit prachtige feest. Daar vertrouw ik op. Weet u, ik ben 86 en heb mijn leven dubbel en dwars geleefd. Dat wil ik vieren. Spijt? Allerminst! Ik heb genoten. Dat maakt me rijk en gelukkig, nu de finish in zicht is. Ik hoop dan ook dat iedereen na dat feest wat meer aandacht aan elkaar geeft. Even een aai over de bol; een klein gebaar van grote waarde.’

bron : https://www.nd.nl/leven/consument/1245639/nestor-daam-scharloo-echte-gastheren-en-gastvrouwen-zijn-zeld

Marco Bosmans

vrijdag 8 november 2024, 10:00

Nu Daam (86) weet dat hij doodgaat, geeft hij een laatste knalfuif: ‘Zijn allemaal aaien over mijn bol’

Voor tal van BN’ers, politici, sporters en ambassadeurs onthoofdde horecaman Daam Scharloo (86) uit Gouda flessen champagne met een sabel, zonder daarbij één druppel te verspillen. Maar de koek is op en de dood zit hem op de hielen. Maandag is hij nog één keer gastheer op zijn eigen ‘levensfeest’, dat ook doorgaat mocht hij de datum niet halen.

Scharloo heeft een bruisend leven in de horeca achter de rug. In het Groene Hart verwierf hij vooral bekendheid als de patron van ’t Baarsje in Waddinxveen, landelijk als sabreur. „Het eeuwenoude sabreren van wijn en champagne deed ik elke week, op feesten overal in het land, maar ook bij mensen aan huis”, vertelt hij.

Maandag, 11 november 2024 volgt – als alles gaat zoals gehoopt – zijn laatste feest. Bijna tweehonderd vrienden en bekenden komen dan naar het Kasteel van Rhoon voor ‘een ouderwets moment van samenzijn’, waarvoor horecavrienden alles uit de kast halen. Die proosten ook op zijn leven, mocht Scharloo het onverhoopt mislopen.

„Ik zit nu in het allerlaatste stukje van mijn leven”, zegt de Gouwenaar in zijn seniorenappartement met uitzicht over de stad, tot in de puntjes smaakvol gekleed. „Het kan zomaar stoppen, ondanks alle dure medicijnen die ik heb. Het is elke dag weer een verrassing hoe het gaat. Mijn hart is volledig van slag. Dat houdt natuurlijk een keer op.”

Zeldzame hartziekte

Zes jaar geleden kreeg de oud-patron van ’t Baarsje te horen dat hij de zeldzame hartziekte amyloïdose heeft. „Het is een ziekte van de hartspier waardoor het hart minder goed samentrekt en ontspant. Het hart is als het ware in de knoop geraakt door de druk van verklevend eiwit. Daar staat maximaal vijf jaar voor en die zijn allang voorbij.” De laatste twee maanden is zijn situatie verslechterd. „Ik heb de artsen gezegd er niets meer aan te doen als mijn hart stopt. Over is over en op is op.”

“Zelf kijk ik terug op een absoluut rijk en schitte­rend leven. Ik ben er volledig tevreden over.”

Daam Scharloo (86)

Hij kijkt terug op een ‘absoluut rijk en schitterend leven’. „Ik ben er volledig tevreden over.” De foto’s aan de muren van zijn appartement getuigen daarvan. Daarop staat Scharloo met acteur Rijk de Gooyer, tennislegende Tom Okker, de Franse superchef Paul Bocuse en een heel contingent andere bekenden.

Verder foto’s van ’t Baarsje, waar op het niveau van de topkoks Cas Spijkers en Paul Fagel werd gekookt. „Apetrots ben ik op de sterren die mijn ‘snoepwinkeltje’ in allerlei beoordelingen kreeg”, zegt hij over het restaurant waar hij van 1983 tot 2006 de scepter zwaaide. „Het zijn allemaal aaien over mijn bol.” Hij werd uiteindelijk benoemd tot erelid van de restaurateursclub Euro Toques.

Boven de plakboeken die uitgespreid liggen op de huiskamertafel haalt hij herinneringen op. „Voor een collecte in ’t Baarsje vroeg ik majoor Alida Bosshardt van het Leger des Heils. VVD-prominent Hans Wiegel kwam er overleggen en eten met partijgenoten. Er waren ook proeverijen met culinair journaliste Ria van Eijndhoven. ‘Eten doe je thuis, bij mij kom je om te snoepen in een perfecte symbiose van kwaliteit en sfeer’, zei ik altijd.”

Achter de bar staan vind ik overigens het zwaarste werk in die wereld.

Daam Scharloo (86)

Scharloo begon zijn horecaloopbaan in het toenmalige café Cosy Corner aan de Wethouder Venteweg in Gouda. Zijn ouders zaten eveneens in de horeca: die hadden een cafetaria in de Stoofsteeg. „Achter de bar staan vind ik overigens het zwaarste werk in die wereld”, meent de Gouwenaar, terugkijkend op zijn carrière.

Lichtmatroos

Voor die tijd was hij tien jaar lichtmatroos op de grote vaart. „Altijd vriendelijk zijn naar anderen heb ik op zee geleerd”, vertelt hij. „Vriendelijk zijn is niet zo moeilijk hoor: als je lief bent voor anderen, krijg je er vanzelf veel voor terug. Zo werkt het. Aandacht geven is het allerbelangrijkste.”

Na Cosy Corner volgden Lekzicht in Schoonhoven, Van Kekem in Gorinchem, Florida in Boskoop, Elfhoeven in Reeuwijk-Brug, Royal-Inn in Waddinxveen en vervolgens de Gouwe Dis aan de Gouwe, voordat hij ’t Baarsje op de culinaire kaart zette.

“Ik ben twee keer sabreurkam­pi­oen van Nederland geweest. Nog deze zomer heb ik als enige in ons land de hoogste onderschei­ding gekregen

Daam Scharloo

Daam Scharloo, gescheiden vader van een zoon en twee dochters, werd in de periode daarna het bekendste gezicht van een legertje sabreurs. Dat is de kunst om met een sabel (sabre) in één gecontroleerde beweging en met enorme snelheid een fles champagne te ‘onthoofden’. „Ik ben twee keer sabreurkampioen van Nederland geweest. Nog deze zomer heb ik als enige in ons land de hoogste onderscheiding gekregen: Grand Commandeur van de Confrérie du Sabre d’Or. Het is goed zo.”

Bron : https://www.ad.nl/gouda/nu-daam-86-weet-dat-hij-doodgaat-geeft-hij-een-laatste-knalfuif-zijn-allemaal-aaien-over-mijn-bol~a6111f65/

Bert Woudenberg 07-11-24, 19:02 Laatste update: 07-11-24, 19:49

De oorsprong van sabreren

Commandeur-sabreur Daam Scharloo weet als geen ander een sabel te hanteren wanneer er een fles champagne in de buurt is. Dat laatste overkomt hem veel, gewend als hij is in het officiële uniform van de Confrérie du Sabre d’Or door het land te trekken als zeer ervaren sabreur.Het met de sabel ontdoen van de kop van een champagnefles, is zijn handelsmerk, waarbij hij met luide stem de tekst ‘Santé! Bonheur! Champagne!’ laat horen. Als commandeur-sabreur heeft hij een jarenlange ervaring in zijn métier, inclusief het met succes onthoofden van een Jeroboam (champagnefles van 3 liter).

De titel Grand Commandeur ligt in Parijs voor hem gereed (het ‘examenstuk’ is dan een Methusalem, een champagnefles van 6 liter), maar door corona is dat nog even uitgesteld.Geen nood voor Daam Scharloo, die beroemd werd met zijn restaurant ‘t Baarsje in Waddinxveen: hij kan wachten. In de tussentijd verschijnt hij op stijlvolle openingen, trouwerijen, feesten en recepties (06-51 052 231) om te sabreren én om kandidaten volgens de eeuwenoude traditie als sabreur te inaugureren in de orde van de Confrérie.